Scheepskok op staande voet ontslagen

Een rondje met het hondje

Op zondag 19 januari jl. deden de schipper en de scheepskok ‘s middags nog even fijn een rondje met het hondje. Loki aan de lange lijn, niet los, want ze liepen door een natuurgebied, waar vogelaars graag in volledige stilte achter hun camera’s op statief geconcentreerd de polder in turen. Het geasfalteerde fietspad voerde licht omhoog richting de zeedijk die de polders van Scherpenisse moet beschermen tegen het water van de Oosterschelde. Het was koud. Dus eenmaal boven op de dijk,  in de wind, hield ze het na een korte blik op het water voor gezien. 

Au!

Met zijn drietjes namen ze dezelfde weg terug. De scheepskok uiterst links, de schipper rechts van haar en daar weer rechts van scharrelde Loki. De sfeer was opgewekt en ontspannen. Ze keuvelden wat over kleine plannetjes voor komende week en grotere plannen voor de komende maanden. Iets, mogelijk een molshoop in de berm links van de scheepskok trok de aandacht van Loki. ‘Let je op de riem?’ hoorde de scheepskok de schipper zeggen. En dan is het gebeurd. In foetushouding ligt ze op haar rechterzij op het asfalt. Een vlammende pijn boven in haar linkerbeen. Kennelijk was ze blijven haken achter de riem, was haar voet vervolgens losgeschoten en was ze met enige versnelling in een boogje op het lager gelegen stuk van het fietspad gestuiterd. 

Geen reflexen

Ieder ander had de val in een reflex opgevangen met hand of arm en was weggekomen met een gebroken pols. Maar sinds haar CVA (alweer tien jaar geleden) deed haar paretische linkerhelft niet meer aan reflexen om onverhoedse en potentieel gevaarlijke bewegingen op te vangen en zo schade aan het lichaam te voorkomen. Haar rechter hersenhelft moet gedacht hebben dat het met de doorlopend verhoogde tonus (spierspanning) en de forse spasticiteit al ruim voldoende bijdroeg om de linkerhelft te beschermen. En daar had haar brein een punt. Absoluut. Tenslotte stond en liep ze dankzij de spasmen. Toch was ze best teleurgesteld dat er vanuit haar linkerarm en hand niet de geringste poging was ondernomen om haar val op te vangen. Niks, nada, noppes. Met haar arm in de karakteristieke gebogen houding, was ze met het breedste deel van haar lichaam, het bovenbeen net onder de heup, onverhoeds op het asfalt geklapt. Au!

Bel ff 112

Enfin, daar lag ze dan op het ijskoude asfalt. ‘Wat denk je, gaat het?’ vroeg de schipper op aarzelende toon. Als ze niet zo’n pijn had gehad, was ze in lachen uitgebarsten. Best een bijzondere vraag op dat moment, vooral omdat de schipper later herhaaldelijk zou verklaren dat hij een droge knap had gehoord toen zijn lief het asfalt raakte. Maar ze had niet gelachen. In plaats daarvan had ze de vreselijkste krachttermen uitgebraakt, was ze telkens door paniek overvallen als Loki bij haar in de buurt kwam en had ze uiteindelijk vrij onderkoeld opgemerkt: ‘Ik denk dat je even 112 moet bellen.’ En zo geschiedde.

Bouwmarktgevoel

Per ambulance was ze afgevoerd naar de afdeling traumabehandeling in Bergen op Zoom waar de dienstdoende chirurg haar niet zo fraaie dijbeenbreuk onmiddellijk aan elkaar geklust had met zo’n handige gammanagel (voor het optimale bouwmarktgevoel).  

Dichte mist

Daags erna legde hij haar aan de hand van de controlefoto uit dat hij, gegeven de aard van de breuk, ‘betrekkelijk’ tevreden was met het resultaat.  Wel gaf hij haar te verstaan om uiterst ‘behoedzaam’ te revalideren.  De woorden ‘betrekkelijk ‘ en ‘behoedzaam’ hadden haar zorgen gebaard. Maar lang kon ze daar niet bij stilstaan. Voorwaarts. Ze mocht tenminste 6 weken niet op haar been staan. Dat stelde haar voor een niet geringe uitdaging, want met haar spastische  linkerhelft was het gebruik van krukken of een rollator geen optie. Thuis revalideren leek daarmee uitgesloten en dus verhuisde ze na die zwarte eerste week, waarvan ze zich niet veel meer herinnerde dan de pijn die telkens vanuit de dichte mist van oxycodon opdoemde, van de afdeling traumabehandeling naar het revalidatiecentrum GRZ Tante Louise in Bergen op Zoom. ‘Ben ik ook een keer de jongste’ had ze via whatsapp nog gegrapt.

Cruisen in the wheelchair

Was ze eerst nog volledig afhankelijk van zorg en pijnmedicatie, in het revalidatiecentrum werd ze al snel behoorlijk behendig met haar custom-made rolstoel.  Heel behendig zelfs. Toch moest ze volgens de verpleegarts rekening houden met een klinische fase van ongeveer 10 weken. Niettegenstaande de positieve reacties van familie en vrienden. ‘Goh, dat pakken ze daar gedegen aan zeg! Fijn voor je joh!’ vond ze het zelf een tamelijk deprimerend vooruitzicht. Maar ze wilde niet ondankbaar lijken. Het was tenslotte best bijzonder dat ze voor haar een plekje hadden gevonden en de zorg en begeleiding waren er voortreffelijk. 

Tudo bem?

Dus had ze zich bij de nieuwe prognose neergelegd. Ze liet zich van haar beste kant zien, nam tussen de (hoog-)bejaarde gebroken heupen deel aan alle gezamenlijke maaltijden in het restaurant, at massa’s fruit, dronk liters water,  slikte trouw haar supplementen (vitamine C, D, B12. Magnesium en Omega 3), werkte aan de brug in de oefenzaal haar nog beperkte oefenrepertoire af en verdiepte zich in haar vrije tijd voor de zoveelste keer in een cursus Portugees.

Transfers en ADL

En succes liet niet lang op zich wachten. Binnen een week voerde ze de transfers vanuit de rolstoel in bed, naar de wc en vice versa onberispelijk uit. Dat wil hier zoveel zeggen als zelfstandig, beheerst en gecontroleerd. Ook de zogenaamde ADL (algemene dagelijkse levensverrichtingen), zoals wassen en aankleden, had ze in no time onder de knie. Het duurde allemaal wel een eeuwigheid, maar daar zat ze niet mee. Tijd had ze voorlopig genoeg. 

Gedreven maar geduldig

Haar vooruitgang bleef niet onopgemerkt. ‘Mevrouw F. is gedreven, maar weet goed haar grenzen te bewaken, pakt op tijd haar rust en geeft blijk van geduld (proest) in het revalidatieproces.’ Ze werd beloond met een nachtje ‘proefverlof’. In allerijl werd er een hoog/laagbed en een opvouwbare rolstoel geregeld voor bij de schipper thuis. De schipper zelf intussen was mega druk met het vrijmaken van vloeren en doorgangen en het monteren van beugels in het toilet. 

Proefverlof

En dan is het zover. In  haar eigen blauwe autootje met de fijne hoge instap, de schipper achter het stuur, rijden ze door de slagbomen, op weg naar Geersdijk.  Het weerzien met Loki is een feest. Na een kwartiertje uitzinnige vreugde gaat hij tevreden op een bot liggen kauwen in de geruststellende wetenschap dat zijn roedeltje eindelijk weer compleet is. Ze geniet met volle teugen van haar verblijf in Heerlijckheid Muldersteyn. Natuurlijk was het even schakelen om zich te redden buiten de veilige omgeving van het revalidatiecentrum. In die zin was het best pittig. Maar hoe dan ook was het proefverlof een succes.  

Ontslag op staande (rechter)voet

Zo’n succes zelfs dat daags na haar terugkeer in het multidisciplinair overleg (en ja, min of meer op aandringen van de scheepskok) wordt besloten om het behandelplan op basis van de DBC (diagnose behandel combinatie) aan te passen van een klinische naar een poliklinische variant en dus is ze per vandaag feitelijk op staande voet ontslagen uit het revalidatiecentrum. 

In alle rust revalideren

Natuurlijk is ze er nog lang niet. Maar ze verblijft nu mooi wel in een heerlijke omgeving, met een aanstekelijk vrolijke Loki om haar heen en met de schipper als gedroomde mantelzorger, terwijl ze de komende maanden bovendien kan blijven rekenen op  1 à 2 keer per week therapeutische begeleiding vanuit het revalidatiecentrum. Optimale omstandigheden dus voor een duurzame revalidatie.

Wordt (vast) vervolgd!